Reptielen zijn een minder populair huisdier dan de hond, kat en konijn, maar ze komen toch nog vaak langs in de kliniek. Onze vestiging Dierenkliniek Blommaart richt zich daarom niet alleen op de diergeneeskunde van hond, kat, konijn en knaagdier maar ook op vogel- en reptielengeneeskunde. Niet alleen voor u, maar wij zijn ook de vaste dierenarts van Almere Jungle Dierenpark, het dierenopvang- en educatiecentrum in Almere.
Ons zeer gepassioneerde team met jarenlange ervaring in de diergeneeskundige zorg voor vogels en bijzondere dieren heeft een groot aanbod van patiënten mogen helpen; van hond tot kat, stekelvarken tot stokstaart, slang tot papegaai en vogelspin tot schildpad.
Deze bijzondere dieren hebben speciale wensen met betrekking tot voeding, huisvestging en verzorging. Daarom is het belangrijk dat u zich goed laat voorlichting voordat u zo’n dier in huis neemt. Een goede voorbereiding is echt het halve werk en kan veel ongemakken en zelf ziekten helpen voorkomen. Om u op weg te helpen kunt u hier informatie vinden over veelvoorkomende ziekten, wat te doen bij ziekten en algemene informatie over verschillende diersoorten.
Mocht u ondanks deze informatie nog vragen hebben, neem dan gerust contact op met Dierenkliniek Blommaart.
Voor een normale botstofwisseling zijn calcium en actieve vitamine D (vitamine D3) nodig. Vitamine D3 wordt gevormd in de huid onder invloed van uv-licht. Calcium krijgen reptielen binnen via de voeding. Wanneer er langdurig te veel Vitamine D3 en kalk wordt toegediend bestaat er risico op verkalking van de weke delen en organen van het reptiel. Dit zien we bij reptielen waarbij overmatig commerciële vitaminen en mineralenpreparaten worden toegediend.
Bij een te kort aan uv-licht wordt er onvoldoende Vitamine D3 gevormd en ontstaan dikke gewrichten, botbreuken, rubberkaak (rubber jaw), spierzwakte en slechte coördinatie.
Om te voorkomen dat reptielen botstofwisselingsziekten krijgen is het nodig dat ze minimaal 12 uur per dag blootgesteld worden aan uv-straling. De beste bron voor uv-straling is de zon. Verder zijn er uv-lampen te koop. De kwaliteit varieert enorm en de uv-straling die de lampen afgeven neemt na enkele maanden sterk af. Let goed op het correct afstemmen van de UV-lamp. Helaas komt het regelmatig voor dat we patiënten zien die zich verbrand hebben aan de lamp.
Daarnaast moet het voer voldoende vitamine D en calcium bevatten. Het toedienen van actief vitamine D3 is af te raden in verband met de kans op verkalking van de organen.
Het kan voorkomen dat de eieren niet gelegd kunnen worden, dan wel door de conditie van het ei of door de gezondheid van het dier. Symptomen van legnood zijn:
Het is belangrijk om vast te stellen waarom het dier in legnood is. Een manier om hierachter te komen is door het maken van een röntgenfoto. Daar kan de dierenarts kijken naar de grootte en de vorm van het ei en kan worden gezien of het ei calcium houdend is. Naast een medische verklaring, kan het ook aan het gedrag van het reptiel liggen. De nestomgeving kan niet geschikt lijken voor haar nest en dus kan het zijn dat ze het ei niet wil leggen.
Neem bij twijfel contact op met de dierenkliniek
Luchtweginfecties komen zeer veel voor bij reptielen. Meestal worden luchtweginfecties veroorzaakt door een te lage temperatuur in het terrarium of door stress, bijvoorbeeld door een verhuizing naar een nieuwe bak. Een reptiel met een luchtweginfectie ademt met de bek open, heeft schuim uit neus en mond en laat soms ‘reutelende’ geluiden. Wanneer een reptiel langdurig een luchtweginfectie heeft kan een longontsteking ontstaan.
De behandeling bestaat uit het toedien van antibiotica en het optimaliseren van de temperatuur en vochtigheid in het terrarium. Ga na of de temperatuur en vochtigheidsgraad in het terrarium overeenkomen met die van het oorspronkelijke leefgebied van het reptiel.
Mondrot is een infectie van de weke delen van de mond. Hieronder vallen het gehemelte, de tong, en het tandvlees. Wanneer de mondrot niet behandeld wordt kan ook het kaakbot bij de infectie betrokken raken en zelfs breken. Mondrot is niet een primaire ziekte, maar komt secundair voor bij reptielen met een onderliggende ziekte die de werking van het immuunsysteem aantast.
Indien uw reptiel last heeft van mondrot ziet u het aan de slijmvliesbekleding van de mond. Deze is te rood en bevat vaak een wit-gele aanslag. Ook kunnen er woekeringen van ontstekingsweefsel in de mond ontstaan.
Met een swab (soort wattenstaafje) wordt wat slijm en materiaal uit de bek genomen. Het materiaal wordt op kweek gezet om de bacteriën die bij het proces een rol spelen te identificeren. Mondrot kan behandeld worden met een breed-spectrum aan antibiotica. De juiste antibiotica wordt bepaald zodra de uitslag van de kweek bekend is. Het is tevens de taak om al het ontstoken of dode weefsel, de pus en loszittende tanden te verwijderen om de problemen volledig op te lossen. Hou daarnaast rekening met de volgende zaken:
Bij mondrot is het belangrijk om na te gaan waarom het reptiel ziek is geworden. Ga na of de huisvesting, voeding en verzorging wel optimaal is geweest.
Vocht is zeer belangrijk voor reptielen. Reptielen die langdurig te weinig vocht drinken krijgen te maken met nierfalen, waardoor ze kunnen sterven. Nierfalen is een veel voorkomende oorzaak van sterfte bij reptielen die als huisdier gehouden worden. Bij een uitgedroogd reptiel zijn de ogen ingevallen en de huid gerimpeld. Vaak zijn ze sloom en willen ze niet eten.
De dierenarts zal het reptiel infuus geven. Bij milde gevallen kan ORS (Oraal rehydratie zout) gegeven worden. De nierschade kan met bloedonderzoek aangetoond worden.
Uitdroging wordt meestal veroorzaakt door incorrecte watervoorziening. Veel kameleons drinken bijvoorbeeld niet uit een bakje, maar uit een druppelaars of sproeier. Ga in het geval van uitdroging na of de manier van waterverstrekking wel werkt. Drinkt de kameleon werkelijk uit de druppelaar of waterbak?
Ook reptielen zijn bevattelijk voor parasieten. Veelvoorkomende zijn flagellaten, wormen en coccidiose.
Flagellaten zijn een eencellige darmparasiet die ontstekingen veroorzaakt in het maagdarmkanaal. Symptomen van de aanwezigheid van flagellaten kunnen zijn
Deze klachten kunnen eerder de kop optreden wanneer het dier stress ervaart.
Om de aanwezigheid van flagellaten te kunnen vaststellen is een ontlastingsonderzoek nodig. Het is belangrijk om zo vers mogelijke ontlasting te hebben.
Het goede nieuws is dat het wel te behandelen is wanneer de flagellaten zijn aangetroffen in de ontlasting. Een behandelplan wordt op uw dier en in overleg met u afgestemd.
Het voorkomen van een flagellaten infectie kan alleen door de dieren gezond te houden, een goede huisvesting, verzorging en voeding te verzorgen en om alles goed schoon te houden.
Bij vrijwel elk reptiel zijn wormen aanwezig in het lichaam. Wanneer het dier ziek is of verder blootgesteld wordt aan wormen kan de infectie toenemen. Een reptiel met een flinke wormen infectie zal afvallen en kan zich apathisch gaan gedragen. Twijfelt u over de gezondheid van uw reptiel? Probeer dan verse ontlasting te verzamelen zodat wij een ontlastingsonderzoek kunnen uitvoeren en uw dier, wanneer nodig, kunnen behandelen.
Coccidiose is een darmaandoening die door een parasiet veroorzaakt wordt. Klachten zijn
Salmonella is een bacterie die een besmettelijke darminfectie kan veroorzaken. De meeste eigenaren van reptielen zijn zich er niet van bewust dat contact met reptielen een risico geeft op salmonella-infectie. Hoewel reptielen zelf meestal geen klachten hebben, kan het bij mensen hele vervelende klachten veroorzaken. Mensen kunnen ziek worden door direct contact met reptielen die de bacterie bij zich hebben of door contact met de verblijfplaats, zoals het water in het terrarium.
Een salmonella-infectie kan de volgende klachten veroorzaken:
Vordering van de infectie kan zorgen voor ontsteking in de gewrichten, organen en botten. Vooral mensen met een verminderde weerstand zijn een risicogroep voor een salmonella-infectie. Zij zijn gevoeliger voor uitdroging door heftige diarree en overgeven.
Help een salmonella-infectie voorkomen door een goede hygiëne te hanteren; was altijd de handen nadat u contact heeft gehad met reptielen, de verblijfplaats, het water of voeding voor reptielen. Zorg voor een schone verblijfplaats van de dieren. Maak de oppervlakte schoon en was alle kleding nadat ze contact hebben gehad met een reptiel. Eet of drink niet in de buurt van reptielen en vermijd dat jonge kinderen of personen met een minder goed werkend afweersysteem in contact komen met reptielen.
Latijnse naam: Pogona (Amphibolurus) vitticeps
Het terrarium moet 100 x 50 x 50 cm bedragen (l x b x h), maar groter is beter. Houd geen twee mannelijke dieren samen.
Gebruik een bodembedekking die bij opname niet makkelijk tot verstoppingen zal leiden. Zand en beukensnippers zijn om deze reden af te raden. Beter gebruikt u kattenbakvulling die uit geperste vezels bestaat, kunstgras of zelfs konijnenpellets.
Het hoofdbestanddeel moet vezelrijke bladgroenten zijn (bijv. andijvie, witlof, paardenbloemblad, klaver, koolzaad). Fruit mag in kleine hoeveelheden aangeboden worden. Aanvulling met 20% geweekte konijnenpellets of legkorrel voor kippen is aan te raden of een vergelijkbaar percentage kattenvoer. Levend dierlijk voedsel is niet noodzakelijk en gezien de lage voedingswaarde ook niet wenselijk – dit kan hooguit als gedragsverrijking zo nu en dan aangeboden worden.
Al het voedsel dient verrijkt te worden met een goed vitaminen-mineralenmengsel dat veel calcium bevat.
Latijnse naam: Testudo graeca, T. hermanni, T. marginata
Het terrarium moet 100 x 50 x 50 cm bedragen (l x b x h), voor een volwassen dier, maar groter is beter. Buitenhuisvesting verdient de voorkeur (N.B. NIET voor de Noord-Afrikaanse Testudo graeca graeca).
Gebruik een bodembedekking die bij opname niet makkelijk tot verstoppingen zal leiden. Zand en beukensnippers zijn om deze reden bij binnenhuisvesting af te raden. Beter gebruikt u tuinturf of Cocopeat®. Deze dient licht vochtig te zijn, onder de lamp droog.
Het hoofdbestanddeel moet vezelrijke bladgroenten zijn (bijv. andijvie, witlof, paardenbloembad, klaver, koolzaad). Fruit wordt vanwege het hoge suikergehalte afgeraden. Aanvulling met 20% geweekte konijnenpellets of legkorrel voor kippen is aan te raden.
Voor gezonde dieren is een winterslaap aan te raden. De dieren worden gedurende een maand voorbereid door de daglengte en nachttemperatuur af te bouwen. Enkele weken voor de winterslaap wordt gestopt met het aanbieden van voer. Als de dieren weggekropen zijn, worden zij overgebracht in bijv. curverboxen gevuld met bladeren en stro, en gedurende de winterslaap in een ruimte met een constante lage temperatuur (3 - 7°C) gezet. Een koelkast leent zich uitstekend voor dit doel. De winterslaapperiode duurt 2 - 5 maanden. N.B. de Noord-Afrikaanse Testudo graeca graeca houden geen winterslaap, hooguit een korte rustperiode bij lagere temperaturen (kamertemperatuur) in het terrarium.
Latijnse naam: Trachemis scripta spp.
Het aquarium moet minstens 100 x 50 x 50 cm zijn (l x b x h), maar groter is beter. Minstens 30 cm water (langzaam opbouwen in het begin).
Er moet een eiland zijn met een zandgedeelte (om eventuele eieren te leggen). Het zandgedeelte moet zo diep zijn als de lengte van het schild, gevuld met licht-vochtig zand, eventueel over een gedeelte een stuk kunstgras leggen zodat de schildpad niet het zand mee het water in neemt.
Het hoofdbestanddeel uit de voeding moet bestaan uit kattenbrokjes (merk is niet zo belangrijk, liefst voor senior katten in verband met de lagere zout- en eiwitgehaltes), aangevuld met vezelrijke bladgroenten (andijvie, witlof, paardenbloemblad). Afgewisseld kan worden met stukjes vlees en vis, regenwormen en ander dierlijk materiaal, maar dit is niet noodzakelijk. Drie keer per week zoveel voeren als de schildpad in enkele minuten op kan eten is voldoende.
Voedingssupplementen in de vorm van druppels en poeders is niet nodig mits kattenbrokjes gevoerd worden. Extra calcium aanbieden door een stuk sepia (dierenwinkel / strand) aan te bieden stelt het dier in staat om eventuele tekorten zelf aan te vullen. Meestal eten ze daar niet van, soms plotseling wel!
Latijnse naam: Iguana iguana
Het terrarium moet minstens 100 x 100 x 200 cm (l x b x h), maar groter is beter. Voldoende klimmogelijkheden om het dier in staat te stellen de ruimte zo goed mogelijk te benutten. Houd geen twee mannelijke dieren samen.
Het hoofdbestanddeel moet vezelrijke bladgroenten zijn (bijv. andijvie, witlof, paardenbloembad, klaver, koolzaad). Fruit mag in kleine hoeveelheden aangeboden worden. Aanvulling met 20% geweekte konijnenpellets of legkorrel voor kippen is aan te raden. Levend dierlijk voedsel is niet noodzakelijk en gezien de lage voedingswaarde ook niet wenselijk – dit kan hooguit als gedragsverrijking zo nu en dan aangeboden worden.
Latijnse naam: Python regius
Het terrarium moet 100 x 50 x 50 cm bedragen (l x b x h)voor een volwassen dier, maar groter is beter.
Gebruik een bodembedekking die bij opname niet makkelijk tot verstoppingen zal leiden. Zand en houtsnippers zijn om deze reden af te raden. Papier en kattenbakkorrels van geperst hout voldoen goed. Een ruime waterbak dient aanwezig te zijn, alsook verschillende verstopplekken.
De voeding moet bestaan uit muizen en kleine ratten, afhankelijk van de grootte van de slang. Eenmaal per week voeren is voldoende. Voeren van dode prooien heeft de voorkeur.
Omdat ratten en muizen een volledig voedsel zijn hoeven geen supplementen toegevoegd te worden.
Latijnse naam: Elaphe guttata, Panterophis guttatus
Het terrarium moet 100 x 50 x 50 cm bedragen (l x b x h) voor een volwassen dier, maar groter is beter.
Omdat ratten en muizen een volledig voedsel zijn, hoeven geen supplementen toegevoegd te worden.
Latijnse naam: Geochelone carbonaria, G. denticulata, G.Elegans, G. pardalis, Indotestudo elongata
Het terrarium moet minstens 150 x 50 x 50 cm zijn (l x b x h) voor een volwassen dier, maar groter is beter. Het samen houden van mannelijke en vrouwelijke dieren is goed mogelijk, maar let wel op onderlinge agressie of stress door aanhoudende paarpogingen. Het samen houden van dieren van verschillende soorten wordt afgeraden.
Gebruik een bodembedekking die bij opname niet makkelijk tot verstoppingen zal leiden. Zand en beukensnippers zijn om deze reden bij binnenhuisvesting af te raden. Beter gebruikt u tuinturf of Cocopeat®. Deze dient licht vochtig te zijn. Het verblijf dient daarnaast regelmatig gesproeid te worden (niet bij G. pardalis) en een ruime waterbak dient aanwezig te zijn.
Het hoofdbestanddeel van de voeding moet bestaan uit vezelrijke bladgroenten (bv. andijvie, witlof, paardenbloemblad, klaver, koolzaad). Fruit kan in kleine hoeveelheden aangeboden worden. Aanvulling met 20% geweekte konijnenpellets of legkorrel voor kippen is aan te raden.
Tropische landschildpadden houden geen winterslaap.
Latijnse naam: Graptemys sp.
Het hoofdbestanddeel van de voeding moet bestaan uit kattenbrokjes (merk is niet zo belangrijk, liefst voor senior katten in verband met de lagere zout- en eiwitgehaltes), aangevuld met vezelrijke bladgroenten (andijvie, witlof, paardenbloemblad). Afgewisseld kan worden met stukjes vlees en vis, regenwormen en ander dierlijk materiaal, maar dit is niet noodzakelijk. Drie keer per week zoveel voeren als de schildpad in enkele minuten op kan eten is voldoende.
Menu
Cookies helpen ons jou de beste gebruikservaring te bieden. Lees meer.
Onze website maakt gebruik van cookies om jou van andere gebruikers op de website te onderscheiden. Hiermee kunnen we jou een goede gebruikservaring op de website bieden en deze blijven optimaliseren. Bekijk ons cookiebeleid.
We gebruiken drie verschillende cookietypes op onze website. Je voorkeur kan je hieronder aangeven.
Deze cookies zijn nodig om de website te laten werken. Zij worden altijd geplaatst.